Proefjes in de buurt

Je gaat ontdekken hoe je stoepkrijtverf kunt maken.

Pak een onderzoeksblad en vul stap 1,2,3 en 4 alvast in.

Je hebt nodig: stoepkrijt, water, bakjes en kwasten.

Nu ga je bezig met het onderzoek.

Schraap met een stoepkrijt langs de rand van je bakje. Zo krijg je stoepkrijtpoeder.

Doe het poeder in het bakje en meng het met een beetje water. Meng het goed door met de kwast. Nu heb je stoepkrijtverf.

Als het nog te dik is dan moet je wat extra water toevoegen, is het te dun dan voeg je wat extra poeder toe.

Vul ondertussen op het onderzoeksformulier stap 5 in.

Wat is het resultaat? Welke tekening heb je gemaakt met je verf?

Vul dit in bij stap 6 op het onderzoeksblad.

Wat is jullie conclusie?

Vul dit in bij stap 7 op het onderzoeksblad.

Je gaat ontdekken waar je allemaal water hebt in de buurt dat je kunt drinken.

Pak een onderzoeksblad en vul stap 1,2,3 en 4 alvast in.

Nu ga je bezig met het onderzoek.

Je gaat in de buurt op zoek naar water.

Waar vind je allemaal water en verzamel dit eens in een potje.

Elk waterplekje krijgt een eigen potje of beker.

Vul ondertussen op het onderzoeksformulier stap 5 in.

Wat is het resultaat?

Waar kom je water tegen en welk water kun je drinken?

Kijk naar de kleur en de geur. Kan het water makkelijk vies worden?

Vul dit in bij stap 6 op het onderzoeksblad.

Wat is jullie conclusie?

Vul dit in bij stap 7 op het onderzoeksblad.

Je gaat ontdekken of je zelf een regenboog kunt maken.

Pak een onderzoeksblad en vul stap 1,2,3 en 4 alvast in.

Nu ga je bezig met het onderzoek.

Pak een plantenspuit en vul hem met water.

Ga naar buiten als de zon schijnt.

Spuit eens met water en kijk wat er gebeurt.

Vul ondertussen op het onderzoeksformulier stap 5 in.

Wat is het resultaat?

Waar moet je staan om een regenboog te krijgen?

Op welke stand moet de plantenspuit staan?

Hoe kan het dat je een regenboog ziet?

Een druppel is toch doorzichtig en heeft toch geen kleur?

Vul dit in bij stap 6 op het onderzoeksblad.

Wat is jullie conclusie?

Vul dit in bij stap 7 op het onderzoeksblad.

Je gaat ontdekken of je je vinger sneller warm kunt krijgen in de zon.

Pak een onderzoeksblad en vul stap 1,2,3 en 4 alvast in.

Nu ga je bezig met het onderzoek.

Pak een vel A4 papier en plak hem vol met aluminiumfolie.

Maak er dan een puntzak van.

Zorg ervoor dat je vinger door de opening aan de onderkant past en plak hem vast.

Ga naar buiten en stop je vinger door het gat. Wordt deze vinger warmer dan de andere vingers? Wat denk je?

Vul ondertussen op het onderzoeksformulier stap 5 in.

Wat is het resultaat?

Wat gebeurt er? Wordt deze vinger warmer dan de andere vingers? Hoe kan dit?

Vul dit in bij stap 6 op het onderzoeksblad.

Wat is jullie conclusie?

Vul dit in bij stap 7 op het onderzoeksblad.

Je gaat ontdekken of geluid even snel gaat als een beweging (het licht) die je ziet.

Pak een onderzoeksblad en vul stap 1,2,3 en 4 alvast in.

Nu ga je bezig met het onderzoek.

Pak 2 stokken uit het speellokaal of 2 lange latten. Je moet het kunnen horen en zien, als je ze tegen elkaar slaat.

Ga naar buiten en ga eerst 10 meter uit elkaar staan. Als de een de arm omhoog doet, slaat de ander met de stokken tegen elkaar.

Waren het geluid en het moment van het slaan tegelijkertijd?

Ga vervolgens 100 stappen nemen. Wat gebeurt er nu?

En bij 200 stappen en bij 300? Gebruik eventueel een stopwatch voor het meten.

Vul ondertussen op het onderzoeksformulier stap 5 in.

Wat is het resultaat? Wat gebeurt er? Hoe kan dit?

Vul dit in bij stap 6 op het onderzoeksblad.

Wat is jullie conclusie?

Vul dit in bij stap 7 op het onderzoeksblad.