Terug naar Herfsteditie

Bouw een bladblazer

Gebruik een ballon, rietje en fles om je eigen bladblazer te maken. Blaas herfstbladeren weg en meet hoe ver ze vliegen. Welke vorm werkt het best? Test het met een wedstrijdje!

Techniek in actie: Bouw een bladblazer

Gebruik een ballon, rietje en fles om je eigen bladblazer te maken. Blaas herfstbladeren weg en meet hoe ver ze vliegen. Welke vorm werkt het best? Test het met een wedstrijdje!

Wat ga je doen?

In deze proef ga je zelf een bladblazer maken van een ballon, een rietje en een plastic fles. Daarmee kun je lucht laten ontsnappen en een herfstblad wegblazen. Je ontdekt hoe krachtig lucht eigenlijk is!
Daarna ga je testen hoe ver het blad vliegt, en probeer je je ontwerp te verbeteren. Zo leer je denken als een echte ontwerper én onderzoeker.

Hoe werkt het?

In een ballon zit lucht onder druk. Als je de ballon loslaat, wil de lucht eruit. Die luchtstroom is krachtig genoeg om dingen te laten bewegen.
Je maakt van de fles een houder voor je ballon en gebruikt het rietje om de lucht te richten. Zo krijg je een echte mini-bladblazer.

Met lucht kun je veel kracht uitoefenen. Denk maar aan blaasmachines, luchtpompen of zelfs luchtbedden!
In deze opdracht ontdek je hoe luchtstroming werkt én hoe je die kunt gebruiken om iets in beweging te zetten.

Onderzoek en vergelijk

Wat heb je nodig?

  • Een plastic fles (0,5L of 1L)
  • Een ballon
  • Een rietje
  • Enkele herfstblaadjes (of propjes papier)
  • Schaar
  • Plakband of elastiek
  • Meetlint of liniaal

 

Zo ga je aan de slag:

  • Knip de fles doormidden. Gebruik alleen het bovenste deel.
  • Steek het rietje een stukje in de ballon.
  • Blaas de ballon op (niet knopen!) en houd het tuitje goed vast.
  • Steek het rietje door de flesopening en plak alles stevig vast.
  • Leg een herfstblad op de grond.
  • Richt je bladblazer op het blad en laat de lucht ontsnappen.
  • Hoe ver vliegt het blad? Meet de afstand.
  • Herhaal de test. Probeer een ander blad of pas je bladblazer aan.
  • Daag een klasgenoot uit: wie blaast zijn blad het verst?

 

Denk na over:

  • Hoe kun je je bladblazer verbeteren?
  • Verandert er iets als je een dikker of dunner blad gebruikt?
  • Kun je zorgen dat het blad recht vooruit vliegt?
  • Maakt de vorm of grootte van het blad verschil?
  • Wat gebeurt er als je de ballon groter opblaast?
  • Wat werkt het best: echt blad of propje papier?

 

Vergelijk je resultaten

Schrijf per test op:

  • Welke vorm je hebt gebruikt
  • Hoe ver het blad vloog (in centimeters of meters)
  • Wat je opviel aan de vlucht (snel, langzaam, recht, zigzag…)

 

Reken daarna uit:

  • Welke vorm vloog het verst?
  • Wat is het verschil in afstand tussen de beste en de slechtste?
  • Wat denk je dat de reden is?
  • Hoe zou je het nog kunnen verbeteren?

 

Zo werk je meteen aan meten, vergelijken, data verzamelen én analyseren!

Lucht lijkt misschien “niets”, maar eigenlijk zit lucht vol met kracht en energie. Je merkt het niet altijd, maar lucht kan dingen duwen, optillen en zelfs laten vliegen. Denk maar aan een ventilator, een blaasmachine of de wind buiten.

In een opgeblazen ballon zit luchtdruk: de lucht in de ballon wil eruit, maar wordt tegengehouden. Zodra je de ballon loslaat of openmaakt, stroomt de lucht razendsnel naar buiten.
Die lucht komt met zoveel kracht naar buiten dat het voorwerpen kan verplaatsen, zoals een herfstblad of een papieren propje.

In deze proef gebruik je die kracht slim:

  • De ballon slaat de lucht op
  • Het rietje helpt om de lucht te richten
  • De fles houdt alles bij elkaar
  • Zo bouw je een luchtstroom-machine die bladjes vooruit duwt.

Je kunt met je experiment ontdekken:

  • Welke vorm van het blad het best vliegt
  • Hoeveel kracht je nodig hebt
  • Hoe ver de lucht reikt

In de techniek noemen we dit een vorm van energieomzetting:
lucht in beweging (luchtstroom) zorgt voor verplaatsing (beweging van het blad).

In deze proef gebruik je dus:

  • Luchtdruk (lucht die opgesloten zit en eruit wil)
  • Richting (door het rietje of de flesopening)
  • Kracht (die iets vooruit duwt)
  • Vorm en gewicht (van het blad of propje)

Slim gebruik van lucht en vorm zónder motor of stroom. Alleen materiaal en natuurkrachten!

Extra uitdaging: Bladblazer 2.0

Heb je de basisopdracht gedaan? Dan ben jij klaar voor de volgende stap!

Ontwerp je eigen bladblazer PRO
Denk na: hoe maak je hem nog beter?

Probeer bijvoorbeeld:

  • Een smaller of juist breder rietje
  • Twee ballonnen tegelijk
  • Een trechter aan het einde voor betere richting
  • Andere vormen bladeren: rond, spits, hartvormig…

Test en vergelijk

  • Wat heb je veranderd?
  • Vliegt het blad nu verder?
  • Is het makkelijker te richten?

Maak een tabel:

  • Bladvorm
  • Afstand (cm)
  • Wat werkte goed?
  • Wat werkte minder goed?

Nóg moeilijker?
Probeer je blad in een doos te blazen of laat het precies op een stip landen. Hoe goed kun jij richten?

Zo leer je niet alleen over kracht, maar ook over precisie, ontwerp en controle. Echt technisch denken dus!

Leuk weetje

Wist je dat…

… NASA ook met luchtdruk werkt bij het testen van hun raketten? Zelfs bij het landen van een Marsvoertuig worden luchtsystemen gebruikt.
Lucht is dus niet alleen krachtig, het is ook heel precies te sturen!