Onderzoek en vergelijk
Wat heb je nodig?
- Kastanjes (of knikkers)
- Zakdoek, plastic zakje, papieren servet
- Touw, draad of wol
- Schaar en plakband
- Meetlint of stopwatch
Zo ga je aan de slag:
- Maak een parachute en bind er een kastanje onder
- Laat hem van boven vallen
- Meet de tijd tot hij de grond raakt
- Herhaal met andere materialen of vormen
- Kijk welke het langzaamst valt
- Test minstens drie versies en vergelijk.
Tips:
- Zorg dat je kastanje in het midden hangt
- Gebruik vier touwtjes van gelijke lengte
- Laat de parachute steeds vanaf dezelfde hoogte vallen
- Herhaal elke proef meerdere keren
Vergelijk je resultaten
Maak een tabel en schrijf links de nummers van je proef en schrijf bovenaan de volgende woorden:
- Materiaal
- Vorm
- Tijd (seconden)
- Wat werkte goed?
- Wat kan beter?
Denk daarna na over:
- Welk materiaal werkte het beste?
- Wat gebeurde er bij een grotere of kleinere parachute?
- Wat als je touwtjes langer of korter maakt?