Onderzoek en vergelijk
Wat heb je nodig?
- 3 (of meer) poppetjes, bekertjes of waterballonnen
- Wol, aluminiumfolie, plastic zak, papier, stoffen lapjes
- Thermometer (of gevoel: warm/koud)
- Bak met ijs of een koude plek (koelkast of buiten)
- Stopwatch of timer
- Werkblad of schrift
Zo bereid je je voor:
- Kies 3 materialen voor jasjes
- Wikkel elk poppetje (of bekertje) in één soort materiaal
- Schrijf op welk materiaal je hebt gebruikt
- Zet alle poppetjes tegelijk bij het ijs of op een koude plek
- Start de timer
Zo ga je aan de slag:
- Controleer om de paar minuten hoe koud of warm elk poppetje nog aanvoelt
- Gebruik een thermometer als je die hebt
- Noteer per poppetje wat je voelt of meet
- Na 15 minuten: welk jasje werkte het best?
- Vergelijk je metingen, zet de resultaten in een tabel en trek een conclusie
Denk na over:
- Welk materiaal hield de warmte het best vast?
- Wat maakt een jasje warm? Dikte? Zachtheid?
- Welk materiaal gebruik je liever niet bij kou?
Tips:
- Zorg dat alle jasjes even groot zijn
- Zet alles op dezelfde plek tegelijk
- Gebruik je handen als thermometer als je geen echte hebt
- Herhaal je test voor een eerlijker resultaat