Meten is weten
Nu je alles hebt voorbereid, gaan we meten.
Wat ga je doen?
- Noteer de tijd (in minuten en seconden) tot elk stukje begon te smelten.
- Maak hier ook een tabel bij. Vul hierbij in hoe lang het duurde voordat het begon de smelten en hoe het erbij ligt na 10 minuten.
- Zet alle ondergronden in de juiste volgorde van langzaam naar snel of andersom.
➡️ Welk materiaal liet het snelst smelten?
➡️ Reken het verschil in tijd tussen het snelste en het langzaamste materiaal.
Tabel maken
Schrijf bovenaan:
Materiaal
Begint te smelten na…
Hoeveel gesmolten na (5 of 10) min? (weinig / beetje / veel)
Links daaronder schrijf je alle materialen en vervolgens de resultaten.
Denk na en bespreek
Beantwoord de vragen en gebruik daarbij de woorden: smelten, zonlicht, materiaal.
- Wat heb je gezien tijdens het proefje?
- Welk materiaal werkte het beste als zonneval?
- Waarom denk je dat dit materiaal het snelst iets liet smelten?
Differentiatie
4-7 jaar: Teken wat er gebeurde. Laat zien welk materiaal het snelst smolt. Vertel aan de leerkracht of een klasgenoot wat je hebt gezien. Gebruik woorden als: warm, smelten, zon.
8-12 jaar: Schrijf een kort verslag van het proefje: Wat heb je gedaan? Wat viel je op? Wat denk je dat er de volgende keer anders gebeurt als je het in de schaduw zet? Gebruik je eigen woorden én de woorden: materiaal, zonlicht, smelten, verschil.